Tropaar toon 8 Gij zijt gezegend, o Christus onze God, Die met Uw wijsheid de vissers hebt vervuld door hen te vervullen met Uw Heilige Geest. Door hen hebt Gij heel de wereld buitgemaakt. O Menslievende, eer aan U.

Beste geliefde vaders, broeders en zusters in Christus, In deze Pinkstertijd brengen onze gedachten ons ertoe ons af te vragen wat de betekenis van dit feest is. Wanneer we de teksten opnieuw lezen, de ikonografie en de evangelische teksten, zien we dat de gebeurtenis die we vieren, zowel individueel als kosmisch is, waarbij deze twee aspecten zich op een onscheidbare manier met elkaar vermengen. Individueel, want de apostelen ontvangen in hun afzonderlijke personen de Geest, de Trooster, Die hun de kennis opent van de Mysteriën die door Christus geopenbaard zijn. Kosmisch, want door hen rust de Geest op heel de geschapen wereld door de hele schepping te hernieuwen.
In onze traditie wordt op deze Pinksterdag de kerk met groen versierd, als symbool voor het feit dat de kosmos energieën van de Geest ontvangt. Welnu, zoals wij het zien en begrijpen wordt deze kosmos die onze woonplaats is, overal bedreigd door de roofzuchtige gulzigheid van de mens, die in plaats van zijn eigen behoeften te beheersen, er elke dag nieuwe, nutteloze bijmaakt, en zo zelfs het evenwicht van de planeet de Aarde, zijn unieke woonplaats, in gevaar brengt. Welnu, deze Aarde, waarop het goed leven is, is de uitdrukking van de liefde van de Schepper. Zij is de theofanie van God, de blijk daarvan waar wijzelf bij ingesloten zijn. Deze blijk heeft geen ander doel dan de gemeenschap van de Schepping met Zijn schepselen, en die van hen met hun Schepper. Het verlies van dit doel zou inhouden zich willens en wetens bloot te stellen aan alle mogelijke rampen. De Schepping is een plaats van Openbaring, want zij is het werk van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Het beschouwen van de natuur die geheiligd is door de nederdaling van de Geest, is inzien dat alles in God is, deze geestelijke ziel van de schepping te ontdekken, die vader Sergij Bulgakov de “kosmische wijsheid” noemt. Het is die ervaring opdoen die vader Pavel Florenskij zo omschrijft : “Dan ziet hij (degene die beschouwt) de eeuwige wortels van de geschapen wereld, dank zij welke hij voor God staat.” (Zuil en Fundament van de Waarheid, blz. 211 in de Franse vertaling)
De schepping, zegt Dionysius de Areopagiet ons, is een overvloed van symbolen die er alle toe leiden te proberen ons die “God aan de andere kant van God” te verkondigen, “die reden van alles, die alles overstijgt”. “want alles is daarvoor gemaakt en... alles blijft daarin bestaan, omdat die alles is wat gemaakt en bewaard is, en alles richt zich daarnaar, wezens die met intelligentie zijn begiftigd via de wijze van kennis, dieren via hun gewaarwording, andere wezens door een beweging van leven of door een aangeboren of verkregen bekwaamheid.” (Over Goddelijke Namen I) Welnu, wat we tegenwoordig meemaken is een permanente bedreiging van dit broze evenwicht, want de mens die zijn eigen richting verliest, sleept de schepping met zich mee, en brengt ook die van de juiste weg. Het goddelijk werk van de Schepper, zijn eigen verschijning, deze “wonderlijk gecomponeerde hymne” waarover de Griekse kerkvaders spreken, deze taal van God, wordt geminacht door dit schepsel, dat de enige is die het kan interpreteren : de mens. Zijn “ik” staat hem niet meer toe zich open te stellen voor de heerlijkheid, de gratie, de poëzie en de energieën die in de schepping zijn vervat. Hij, het geestelijk centrum van het universum, heeft zijn functie van “logikos” (uitlegger) verborgen en kan de “logoi”, de geestelijke redenen der dingen, niet langer meer uitdrukken. Want de mens is in de goddelijke openbaring niets anders dan de plaats waar “volgens de goddelijke wijsheid, de samensmelting en vermenging van gevoelens en begrippen plaatsvinden, (want hij vormt) de verbinding tussen het goddelijke en het aardse (en door hem kan) de genade zich over de gehele schepping verspreiden” volgens de heilige Gregorius van Nyssa.
Pinksteren brengt onze roeping weer in herinnering. De plaats waar de Geest moet rusten, de plaats waardoor de Geest zich moet openbaren, de plaats die in staat is deze schepping als openbaring te lezen, dát is de ware gestalte van de mens. Door hier bewust van te worden treden we binnen in die beweging die ons het zuchten van de schepping doet horen, haar gekreun, zoals de apostel zegt. Door bewust te worden wat zij is en wie wij zijn, zullen wij wakers worden om die ware richting aan te duiden en met ons leven, onze ascese, onze verbintenissen dit proces van verdorvenheid stoppen, dat ons op korte of langere termijn onvermijdelijk leidt naar een toekomst van ontgoocheling.
De Orthodoxie biedt ons door haar mystieke kosmologie een geestelijke weg aan die de mens serieus neemt. Want de Vleeswording van het Goddelijk Woord vat zowel het geschapene als het ongeschapene samen, de tijd en de eeuwigheid, het menselijke en het goddelijke. Alleen de Geest kan ons openstellen om dit grote proces te begrijpen dat, volgens de heilige Maximus de Belijder, van God naar God leidt door de Godsverschijning, en het grote mysterie van de Goddelijke liefde te openbaren, dat zich kenbaar maakt.
De zin van deze kennis is de ervaring van de Goddelijke liefde. Te midden van tragische gebeurtenissen en duisternis wordt het beetje bij beetje licht in het diepst van het hart van de mens, de plaats van God die het universum kan beschouwen. Dood, opstanding en het rusten van de Geest zijn de drie stadia die wij door moeten gaan. Want God Zelf heeft ze doorleefd en op Zich genomen en ons zo het middel getoond om naar Hem op te stijgen, naar Hem Die tot ons is afgedaald.
Dat de Geest van God Die over de wereld en in onze harten is uitgebreid, onze ogen moge openen en onze blik mogen richten waarop de heilige Izaäk de Syriër ons uitnodigt : “Zoals wij twee lichamelijke ogen hebben, hebben wij ook twee geestelijke ogen en die hebben elk hun eigen gezichtsveld. Met het ene zien wij de geheimen van God die verborgen zijn in onze medemensen... met de andere aanschouwen wij de heilige natuur van God”
Voor u allen een goed en heiig Pinksterfeest !
+ Johannes van Charioupolis,
Aartsbisschop van de Russisch-Orthodoxe Kerken in West-Europa
Parijs, 16 juni 2019